Cubitaal tunnelsyndroom: klachten, oorzaken & herstel
Heb je last van tintelingen, gevoelloosheid of pijn in je ringvinger en pink? Dit kan wijzen op het cubitaal tunnelsyndroom, een beknelling van de elleboogzenuw die kan leiden tot functieverlies in de hand. Deze aandoening kan ontstaan door langdurige druk op de zenuw of herhaalde buigbewegingen van de elleboog. Bij De Fysioclub helpen we je met een effectieve behandeling om de klachten te verminderen en functie van je arm en hand te verbeteren.
Cubitaal tunnelsyndroom: klachten, oorzaken & herstel
Ervaar je tintelingen/doof gevoel in ring- en pinkvinger, soms met pijn aan de binnenzijde van de elleboog en krachtsverlies in de hand? Dat past bij het cubitaal tunnelsyndroom—beknelling/irritatie van de nervus ulnaris ter hoogte van de elleboog. Met uitleg, ergonomie, neurodynamische oefeningen en gedoseerde opbouw verminderen klachten vaak geleidelijk.
Herkenbare klachten
- Tintelingen/doofheid in ring- en pinkvinger, vooral bij elleboogbuiging of ’s nachts
- Pijn/gevoeligheid aan mediale (binnen)zijde elleboog; soms schietend naar onderarm/hand
- Kracht- en coördinatieverlies (vooral knijpen, fijne motoriek, vingers spreiden)
- Vals positieven: klachten bij langdurig telefoneren, autorijden, slapen met gebogen ellebogen
Waardoor ontstaat het?
Door mechanische druk of rek op de nervus ulnaris: langdurige elleboogflexie, steunen op de elleboog, herhaald buigen/strekken, zwelling of anatomische variaties. Ook werkhoudingen, werp-/racketsport en posttraumatische veranderingen kunnen bijdragen.
Wat kun je nu zelf doen?
- Vermijd langdurige elleboogflexie: gebruik headset, wissel armpositie, pauzeer bij autorijden.
- Niet steunen op de ellebogen (bureau/tafels); zachte onderlaag gebruiken.
- Nachtadvies: slaap met de elleboog meer gestrekt (eventueel zachte brace/handdoek).
- Pijn en prikkel: bouw activiteiten gedoseerd op; medicatie in overleg met (huis)arts.
Behandeling: doelen per fase
We combineren uitleg en ergonomie, neurodynamische mobilisaties (ulnaire zenuw-glides), ROM van nek/schouder/elleboog, en kracht/controle van schoudergordel en onderarm. Bij persisterende neurologische uitval stemmen we af met je (huis)arts/specialist.
| Fase | Doelen & aanpak |
|---|---|
| 1. Kalmeren & beschermen | Prikkels verminderen; vermijden van langdurige flexie/druk; nachtspalk/handdoek; milde ROM zonder provocatie. |
| 2. Neurodynamica & mobiliteit | Voorzichtig ulnaire zenuw-glides; mobiliteit nek/schouder/elleboog; houdings- en werkplekcorrecties. |
| 3. Kracht & controle | Scapula-/rompstabiliteit; grijpkracht en onderarmcontrole; geleidelijke taak- en sportopbouw. |
| 4. Terugkeer & preventie | Werkspecifieke belasting; sporttechniek; onderhoudsprogramma en relaps-preventie (pauzes/ergonomie). |
Bij blijvende uitval, snelle achteruitgang of onvoldoende effect van conservatieve behandeling kan de arts zenuwgeleidingsonderzoek en/of operatieve decompressie/transpositie overwegen. Revalidatie is dan protocol-gestuurd.