Instabiliteit van de pols: klachten, oorzaken & herstel
Heb je last van een instabiel gevoel in je pols, moeite met kracht zetten of pijn bij draaien en tillen? Dit kan wijzen op instabiliteit van de pols, een aandoening waarbij de gewrichtsbanden onvoldoende steun bieden. Dit kan ontstaan door een eerdere blessure, overbelasting of een aangeboren zwakte. Bij De Fysioclub helpen we je met een persoonlijke en effectieve behandeling. Maak een afspraak en werk aan een stabiele pols.
Instabiliteit van de pols: klachten, oorzaken & herstel
Voelt je pols onzeker of ‘wankel’ bij steunen, knijpen of draaien? Hoor je klikken/knappen en verlies je soms gripkracht? Dat past bij instabiliteit van de pols. Dit kan komen door band-/kapselletsel (bijv. scapholunair of lunotriquetraal), TFCC-problemen of overbelasting. Met uitleg, ergonomie, stabiliteitstraining en waar nodig tijdelijke spalk bouw je weer vertrouwen op in je pols.
Herkenbare klachten
- Gevoel van wegklappen/‘giving way’ bij steunen, duwen/trekken of wringen
- Klik/knap rond het polsgewricht, soms pijnlijk
- Pijn en vermoeidheid bij zwaardere grepen; verminderde grijpkracht
- Provocatie bij extreme polsstanden of langdurig knijpen
Waardoor ontstaat het?
Instabiliteit kan acuut ontstaan (val op uitgestrekte hand → band-/kapselletsel) of geleidelijk door repetitieve belasting in ongunstige polsstand. Soms speelt TFCC of DRUJ-instabiliteit mee (pinkzijde, draaien/steunen).
Wat kun je nu zelf doen?
- Prikkelmanagement: tijdelijk minder zwaar steunen/knijpen; taken verdelen; hulpmiddelen gebruiken.
- Neutrale pols bij tillen/typen; greep variëren; micropauzes elke 30–60 minuten.
- Tijdelijke spalk/tape kan comfort geven; bouw af zodra controle verbetert.
- Gerichte oefeningen: pols/onderarm ROM binnen comfort; isometrische → dynamische grijpkracht.
Behandeling: doelen per fase
We combineren uitleg, ergonomie, stabiliteitstraining van pols/onderarm (incl. pronatie/supinatie) en progressieve grijpkracht. Bij aanhoudende instabiliteit stemmen we af met je (huis)arts (beeldvorming/injectie/chirurgie).
| Fase | Doelen & aanpak |
|---|---|
| 1. Kalmeren & doseren | Piekprikkels beperken; pols neutraal; spalk/tape tijdelijk; milde ROM pols/onderarm zonder provocatie. |
| 2. Stabiliteit & mobiliteit | Isometrische grijpkracht → dynamisch; co-contractie polsstabilisatoren; gecontroleerde pronatie/supinatie; scapulasturing. |
| 3. Functie & capaciteit | Taak- en sportspecifiek (duwen/trekken, steunen, dragen); uithoudingsvermogen onderarm; coördinatie/fijnmotoriek. |
| 4. Terugkeer & preventie | Belastbaarheid opschalen; ergonomie borgen; onderhoud 2–3×/week; relapse-strategie (pauzes/variatie). |
Bij TFCC- of DRUJ-instabiliteit is soms aanvullende medische behandeling nodig. Nabehandeling focust op mobiliteit, kracht en functie volgens chirurgisch advies.