TFCC-letsel (pols): klachten, oorzaken & herstel
Heb je last van pijn aan de pinkzijde van je pols, vooral bij draaien of kracht zetten? Dit kan wijzen op een TFCC-letsel, een beschadiging van het Triangulair Fibrocartilagineus Complex. Dit letsel kan ontstaan door een val op de pols, overbelasting of slijtage. Bij De Fysioclub helpen we je met een gerichte behandeling om de pijn te verminderen en de polsfunctie te herstellen. Maak een afspraak en werk aan herstel.
TFCC-letsel (pols): klachten, oorzaken & herstel
Heb je pijn aan de pinkzijde (ulnair) van de pols bij steunen, knijpen, draaien of na een val? Dat past bij een TFCC-letsel (Triangular FibroCartilage Complex): de meniscusachtige structuur en banden die het ulno-carpale gewricht stabiliseren. Met uitleg, belasting- & houdingsadvies, oefentherapie en zo nodig spalk/medische afstemming herstellen veel mensen goed.
Herkenbare klachten
- Ulnairzijdige polspijn (pinkkant), erger bij draaien (pronatie/supinatie) en axiale belasting (steunen, duwen)
- Drukpijn in de TFCC-regio tussen ulna en handwortelbeentjes
- Klikken/knappen of gevoel van instabiliteit bij zwaardere grepen
- Soms krachtverlies en stijfheid na belasting
Waardoor ontstaat het?
Een TFCC-irritatie of scheur kan ontstaan door val op de hand, plots draaien/steunen of geleidelijke overbelasting (repeterend knijpen/draaien). Ook ulna-variance (relatieve lengte ulna) en polsstand/ergonomie spelen mee.
Wat kun je nu zelf doen?
- Prikkelmanagement: tijdelijk minder steunen/knijpen/wringen; verdeel taken; wissel hand-/greep.
- Pols neutraal bij tillen/typen; hulpmiddelen (potopener, draaiknop) om wringkrachten te beperken.
- Spalk (ulnair ondersteunend) kan kortdurend comfort geven; niet continu dragen.
- Oefenen: milde ROM pols/onderarm; nerve glides waar passend; krachtopbouw gedoseerd.
Behandeling: doelen per fase
We combineren uitleg, belasting- & ergonomiecoaching, mobiliteit (pols/onderarm/nek-scapula), stabiliteit (grip/ulnair carpus) en progressieve kracht. Bij duidelijke instabiliteit stemmen we af met arts (beeldvorming/injectie/operatie).
| Fase | Doelen & aanpak |
|---|---|
| 1. Kalmeren & doseren | Piekprikkels beperken (steunen/knijpen/wringen); spalk tijdelijk; milde ROM zonder provocatie. |
| 2. Stabiliteit & mobiliteit | Grijp-/knijpkracht isometrisch → dynamisch; ulnair/carpaal stabiliteit; pronatie/supinatie gecontroleerd; scapulasturing. |
| 3. Functie & capaciteit | Taakspecifiek (tillen, duwen/trekken, werk/sport); coördinatie/fijnmotoriek; uithoudingsvermogen onderarm. |
| 4. Terugkeer & preventie | Volumebelasting opbouwen; ergonomie borgen; onderhoud 2–3×/week; relapse-strategie (pauzes/variatie). |
Bij aanhoudende instabiliteit of scheur kan de arts injectie of arthroscopische behandeling bespreken. Nabehandeling richt zich op wondzorg, mobiliteit en kracht/functie.